Wie kom je tegen en wat heb je nodig tijdens het onderhandelingsproces?

• Een financieel adviseur voor de onderhandelingen

Bedenk hierbij ook welke firma de tegenpartij heeft. Twee financieel adviseurs van hetzelfde kantoor kan voordeel hebben (mogelijk sneller rond), maar ook potentieel nadelig zijn ( minder onafhankelijk).

o Grotere kantoren: VVAA (www.vvaa.nl), Sibbing en Wateler (www.sibbing.nl)
o Kleinere kantoren: THP Financial guidance (www.thpfg.nl), Jansen Financial Consultancy (http://www.jafinco.nl/)

• Benodigde informatie

Vraag bij de maatschap waar je van plan bent toe te treden de jaarrekeningen op (het liefst van de afgelopen 2-3 jaar). Vraag tevens tijdig het bestaande maatschapscontract op, zodat je financieel adviseur deze op potentiele hiaten kan checken. Ook kan je op het bestaande maatschapscontract je lening voor goodwill financiering vast aanvragen. Voor uitkering van deze lening heb je een contract nodig waar je zelf bij staat.

• De toelatingsovereenkomst

Dit is het contract tussen jou en het ziekenhuis verstrekt door het ziekenhuis (RvB). Deze is (soms) gekoppeld aan een maatschapscontract. Dat betekent dat als je wel een toelatingsovereenkomst hebt maar geen maatschapscontract, de toelatingsovereenkomst eigenlijk niet rechtsgeldig is.

• De overdrachtsovereenkomst

Dit is het contract tussen jou en de vertrekkende maat, in principe opgesteld door de financiëel adviseur van de vertrekkende maat. Op jouw verzoek kan je (indien gewenst) je eigen financieel adviseur dit laten doen.

• Het maatschapscontract

Het contract tussen jou en de zittende maten, waarin afspraken staan over o.a. de verdeling van de inkomsten. Je hebt een (nieuw) maatschapscontract waar je zelf bij staat nodig om je lening voor je goodwill daadwerkelijk uitgekeerd te krijgen

• Goodwill financiering
Wat moet je weten:
• Weinig banken hebben echt ervaring met financieren van goodwill / medici.
o In principe vraag je een zakelijke lening aan (fiscaal gunstiger dan privé)
o Zelf had ik slechte ervaring met de ING ( van kastje naar de muur gestuurd of het nu een zakelijke of privé lening betrof en niemand die me hierin leek te kunnen adviseren)
o Je registreren als eenmanszaak (of BV) om zo een zakelijke lening af te kunnen sluiten
o Je hebt een maatschapscontract waar jij als nieuwe maat bijstaat. Je kan op een oud maatschapscontract in principe wel de goodwill lening aanvragen, maar uitkering ervan geschied pas als er een contract te overleggen is waar je zelf bijstaat.
o Verwerking van een aanvraag voor lening voor goodwill neemt 4-6 weken in beslag.
o Benodigde papieren: aangifte inkomsten belasting (IB) voorafgaande jaar, maatschapscontract, jaarverslag van de maatschap van het jaar voorafgaand aan je toetreden, kopie paspoort.
o De bank zal proberen je extra verzekeringen te laten afsluiten (verdienen ze op), sluit behoudens de overlijdensrisicoverzekering (de enige waar je niet onderuitkomt) niet tegelijkertijd met je lening voor goodwill extra verzekeringen of beleggingsstructuren af.
o Houdt er rekening mee dat als je de goodwill financiering niet rond kan krijgen voor de afgesproken overname datum, je rente verschuldigd bent aan de partij van wie je de praktijk overneemt. Deze rente gaat in vanaf de dag die jullie voor overname van de praktijk afgesproken hebben. Gangbaar is dit 4% rente.

• Verzekeringen

Je kan dit door je financieel adviseur laten regelen (betaal je voor), maar je kan het ook zelf regelen. Niet elke maatschappij biedt verzekeringen aan gericht op medici! Check bij de maatschap of er een collectieve verzekering is / welke! Het kan handig zijn om alle benodigde verzekeringen onder te brengen bij 1 aanbieder. Niet elke verzekeraar biedt echter alle 3 onderstaande verzekeringen aan.

Welke verzekeringen heb je nodig:
• Beroeps aansprakelijkheids verzekering: Met beroepsaansprakelijkheid wordt over het algemeen bedoeld de aansprakelijkheid van vrije beroepsoefenaren voor schade die ze bij uitoefening van hun beroep veroorzaken

• Beroepsrechtsbijstandverzekering: Hiermee ben je verzekerd voor juridische ondersteuning in / voortvloeiend uit zakelijke kwesties

• Arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV): Om je te verzekeren tegen het wegvallen van inkomen bij ziekte of ongeval. Je moet hierbij zelf bedenken wat voor jou belangrijk is. Er is een AOV vergelijker op http://www.aov-vergelijken.nl/arbeidsongeschiktheidsverzekering/

Opties van verzekeraars:
VEZA
CMC collectief
VVAA
Care company
Verklarende termen:
• Ex post verevening: Zorgt ervoor dat zorgverzekeraars achteraf (gedeeltelijk) gecompenseerd worden voor verliezen op bepaalde zorgkosten.

• Lumpsumregeling: Midden jaren ‘ 90 ingevoerd i.p.v de “ vergoeding- per-verrichting” . Per 2008 is de lumpsumregeling vervangen door intieel de DBC’s wat later DOT’s werden.

• Een DBC: dit is een weergave van alle activiteiten en verrichtingen door een patiënt doorlopen in het ziekenhuis tijdens een vastgestelde periode. Met 4 codes ( zorgtype, zorgvraag, diagnose en behandeling) wordt beschreven met welke klacht en hoe de patiënt het ziekenhuis binnenkomt, welke diagnose er gesteld is en wat de voorgenomen behandeling is. Aan een groot deel van de DBC’s is door de NZa een tarief toegekend, dit is het A-segment. Het B-segment omvat de overige DBC’s en is ondelhandelbaar tussen zorgverzekeraars en zorgaanbieders. DBC’s in het B-segment hebben ten dele een vast tarief, het overige deel is onderhandelbaar.

• DOT: DBC op weg naar transparantie is per januari 2012 ingegaan en is op een aantal punten aangepast t.o.v. de DBC systematiek. Zo sloot een DBC pas na 365 dagen, waar bijvoorbeeld een DOT voor klinische opname nu na 43 dagen na ontslag sluit en overgaat in een vervolg traject.

• Benchmarking: het proces van (doorlopend) meten en vergelijken van de performance van een organisatie met andere marktpartijen om de organisatie te helpen haar operationele doelstellingen te bepalen.

• Het honorariumdeel: bevat de kosten van het loon voor de artsen die een patiënt hebben behandeld. Dit zijn de loonkosten voor uw hoofdbehandelaar (de zogenoemde ‘poortspecialist’), en voor de ondersteunende medewerkers.

• Het kostendeel: betreft de kosten voor het ziekenhuis. Bijvoorbeeld voor apparatuur, onderhoud of schoonmaak.

• Het honorariumplafond: vastgesteld door de Nederlandse Zorg Autoriteit (NZA) voor de ziekenhuizen zodat bekend is wat per jaar het plafond is voor de bij het ziekenhuis werkende vrijgevestigd medisch specialisten. Van dit plafond komt 80% ter beschikking van de vrijgevestigd specialisten in de instelling. De resterende 20% verdelen de raad van bestuur en de medisch specialisten in onderlinge onderhandelingen.

• Productieplafond: hierbij is de omzet gemaximaliseerd. Als de instelling minder produceerd krijgt het minder betaald. Wordt er meer geproduceerd dan wordt dat NIET uitbetaald.

• FTE : full-time equivalent. Hiermee wordt de omvang van een functie of de personeelssterkte uitgedrukt. De FTE’s aan formatie van dermatologen hoeft niet gelijk te zijn aan het aantal FTE’s honorarium. Het aantal benchmark FTE’s van een maatschap bepalen het honorariumaandeel in het ziekenhuis. Maar er kan met minder specialisten harder gewerkt worden, waardoor het FTE’s honorarium wat hoger ligt. Bijvoorbeeld een maatschap heeft 2 FTE formatie, maar produceert voor 2.3 FTE honorarium. Dan wordt er dus door de maatschap meer geproduceerd dan de interne benchmark. In dat geval zou de betreffende maatschap boven het gemiddelde winstaandeel in het ziekenhuis zitten, wat een betere onderhandelingspositie kan opleveren binnen het collectief (voor die “overige” 20% van het honorariumplafond)